Zoembomen, symbool van hoop

De zoembomen in onze straat – ik houd niet van superlatieven – maar ze zijn magisch!

Sinds ik weet dat de bijenpopulatie afneemt, ben ik gespitst op signalen die het tegendeel bewijzen. Ik kijk de zoemertjes van de bermbloemen af en word blij als ik ze aan het werk zie rond de Azalea in de tuin. Een aantal jaren geleden hebben mijn dochters en ik ‘zoembomen’ ontdekt: bloesembomen die eenmaal uitgelopen op warmere dagen een trekpleister vormen voor de nijvere nectarverzamelaars. In de korte bloeitijd stonden we regelmatig met een vinger in de lucht, ons hoofd schuin en een grote lach op ons gezicht te luisteren onder bomen in de stad. Maar we ontdekten dat we dit geluk dichterbij huis kunnen vinden. Van de week hebben we staan luisteren onder vijf volle kersenbloesems die het speelveldje aan het eind van onze straat overkoepelen. Een lust voor het oor dat zo veel mogelijk gedeeld moet worden, wat we dan ook doen…

Terwijl we de omgevingsgeluiden proberen uit te bannen lopen mijn moeder, mijn neefje en ik vol verwachting in stilte het gras op. We houden onze adem in. Langs de buitenkant van de boom prijkt een witte bloemenzee als een piste tot in de blauwe lucht. De zoemers vliegen van de ene overvloedige tros bloesems naar de andere, van tak naar tak, terwijl ze zorgvuldig elk kelkje controleren. Onder de lage uitlopers klinkt het gezoem al zacht door. We lopen met ons hoofd in onze nek tot onder de koepel die gevormd wordt door drie dicht bij elkaar staande bomen. Als ik naar boven kijk en mijn blik laat zwerven zie ik door een open ruimte in de hoge witte parasol donkere stipjes heen en weer gaan. Vliegtuiggeluid sterft weg en we wachten tot de elektrische zaag van een buurtbewoner weer even stopt. Dan zijn ze zonder belemmering te horen. Onze ogen ontmoeten elkaar. Als één stem gonzen zij onverstoorbaar door, voor wie het horen wil. Voor mij een teken dat er hoop is. Wat een rijkdom!

 

Mariska van Doorn