Rekenen aan een bungytouw?

Tekening: Josien van der Kuij  Jocojo Creations

De mogelijkheid dat we nog een jaar moeten wachten op het verlossende vaccin tegen corona kan ons lamslaan. Maar als we ons vermogen om te gaan met lijden versterken en dat onze kinderen leren, kunnen we meer dan we denken. Het kan ons leiden naar een toekomst waarin minder hebben, meer welzijn kan brengen.

Nee, niet nóg een jaar! De woorden van Intensivist Diederik Gommers galmen na in mijn hoofd. In het praatprogramma Beau (13 november) vertelde hij dat het nog tot eind 2021 kan duren voordat iedereen ingeënt is tegen corona. Dat betekent dat we nog een jaar leven met de angst voor besmetting en de beperking van onze vertrouwde vrijheden.

Geen keuze
Dit overwegende denk ik: we gaan het anders doen. Maar dat kan niet. We hebben het virus niet in de hand en zullen het pad dat we afgelopen jaar gelopen hebben, nog even moeten volgen. Voor mijn familie betekende dat uiteraard afstand bewaren. Maar ook thuiswerken en -studeren, toch maar geen vakantie, minimaal bezoek aan winkels, en hele periodes waarin we het moeten stellen zonder capo bij ons favoriete café. Met de huidige besmettingsgraad een gegeven waar voorlopig waarschijnlijk geen verandering in komt.

Terug naar wat was
Ik ben verwend, gaat het dan door mijn hoofd. Ik wil gewoon door op de oude manier, m’n vertrouwde leven terug. En ook dát maakt me kwaad. Want terwijl duidelijk is dat corona het gevolg is van onze leefwijze, ongelimiteerde groeidrift en ons steeds meer oprukken naar de leefgebieden van wilde dieren, willen we maar blijven doorgaan op de oude voet. Het aantal besmettingen zakt deze zomer en onmiddellijk vult de lucht zich weer met kerosine dampende monsters. Want er moet weer gereisd worden. En achter elke activiteit zit een verdienmodel. Even had en toch nog heb ik de hoop dat corona een wake-up call kan zijn en ons de noodzaak van de overstap naar een duurzamer leven zal laten voelen. Maar ik houd m’n hart vast en als ik boos ben word ik pessimistisch.

IK WIL GEWOON DOOR

OP DE OUDE MANIER

Dit jaar heeft de overheid een vuurwerkverbod ingesteld om nog grotere druk op de zorg te voorkomen. Grapperhaus maakt duidelijk dat het gaat om een eenmalige maatregel. Ja stel je voor, volgend jaar moeten we wel weer volop genieten van het oeroude gebruik waarmee we inmiddels 77 miljoen per jaarwisseling de lucht inschieten. Ik weet zeker dat we met de wereldwijde uitgaven aan deze pure-luxe-gewoonte de Sahara zouden kunnen irrigeren en het vluchtelingenprobleem vlot zouden kunnen trekken. We slagen er niet in ons los te maken van onze pleziertjes en laten ondertussen kinderen op Lesbos verhongeren en verrekken in de vrieskou. Als die kou al komt, want het ziet er weer dik naar uit dat de Forsythia zal bloeien in januari. Ik overweeg het aan laten leggen van een airco vóór de komende zomer, en daar ben ik – even los van de kosten – eigenlijk fel op tegen.

Omgaan met lijden
Waar gaan we heen en zijn we in staat onze, ben ik in staat mijn gewoonten aan te passen aan de veranderende wereld, aan de grenzen die onze aarde stelt? Een stap terug te doen en blijvend te versoberen? Te delen met degenen die het echt nodig hebben? Psychiater Damiaan Denys stelde van de week in praatprogramma Op1 (12 november) dat we welvarender zijn dan ooit, maar er niet gelukkiger op worden. Angst, verslaving en depressie vieren hoogtij en er staan 19.000 mensen op de wachtlijst voor psychische zorg. Hij vertelt dat we niet meer kunnen omgaan met psychisch lijden. Verdriet, teleurstelling en pijn passen niet meer in ons mensbeeld, want de sociale media spiegelen ons voor dat succes en geslaagd zijn tot ieders mogelijkheden behoren. De boodschap luidt: we kunnen allemaal de top bereiken inclusief een geel zonovergoten strand, blauwe zee en een Margarita cocktail. Op die illusie hebben we iets gevonden: wie niet slaagt, lijdt en dus faalt, heeft dat niet aan zichzelf te wijten, maar heeft een stoornis. En wie een stoornis heeft, heeft hulp nodig. Het aantal coaches is de afgelopen 5 à 6 jaar dan ook verdubbeld tot 60.000.

Bungystouw
Denys stelt dat we zelf weer verantwoordelijkheid moeten nemen voor de pijnlijke kanten van ons leven en lijden moeten zien als een signaal dat we iets moeten veranderen. Pijn en verdriet horen erbij en vertellen ons dat we iets te leren hebben. Als we geen echt ernstige stoornis hebben, moeten we met ondersteuning van familie of vrienden naar oplossingen kunnen werken. Dat vraagt van ons dat we kunnen omgaan met tegenspoed en teleurstelling, met weerstand en wat moeilijk is, zoals psychiater Dirk de Wachter ze noemt ‘de lastigheden van ons bestaan’. Een vaardigheid die we onze kinderen niet aanleren als we ons blijven uitputten in het creëren van omstandigheden om het ze naar de zin te maken. Onlangs heeft een wetenschapper het voorstel gedaan om klaslokalen uit te rusten met een stapelbed om kinderen onder een dekentje met een zaklantaarn weer aan het lezen te krijgen. Ook kwam hij met het idee kinderen te prikkelen door sommetjes onder de tafel te plakken en hen op hun rug te laten rekenen. Wat is de volgende actie om te frustratietolerantie van ons kroost op te rekken en ze de broodnodige vaardigheden aan te leren: spellen aan een bungytouw? Het lijken uitwassen van een welvaartsmaatschappij.

Discipline
Hoe staat het met het aanleren van discipline? Met ouderwets doorbijten? Ik geloof heilig in het aantrekkelijk maken van stappen die toch genomen moeten worden. Anabella Meijer geeft dat mooi aan in haar boek ‘Eerste Hulp bij Klimaatverandering’. Als duurzaam gedrag aansluit bij wat aanvoelt als waar, bij onze behoeften en onze passie, zullen we er als vanzelf toe overgaan. Zij pleit dan ook voor het sexy brengen van het klimaatverhaal. Daarmee stimuleert ze openheid voor wat gaande is en de bereidheid om een alternatieve leefwijze te adopteren. Een leefwijze die ons nageslacht een toekomst biedt. Maar als het gaat om zoiets simpels als het aanbieden van basiskennis aan flexibele kinderbreinen die open staan voor leren, moeten we toch geen bungytouw nodig hebben?

Met het alsmaar leuk maken denk ik dat we kinderen creëren die doen waar ze zin in hebben en jongeren die denken dat ze centraal staan en vooral geloven in hun eigen gelijk. Dat we jeugdigen vormen, die naar instant-oplossingen grijpen en een quick fix zoeken. Die met een zelfgekozen heldenrol onder de druk van de prestatiemaatschappij proberen uit te komen en hun zelfvertrouwen een boost geven. Zoals de jongen die onlangs de media bereikte als voordvoerder van een groep ‘pedojagers’. Ondanks het verzoek van de politie om te stoppen met het opsporen en volgen van vermeende pedofielen, verklaarde hij zichtbaar trots gewoon door te zullen gaan. Allicht, het geeft hem aanzien in zijn groep en hij komt op voor een ‘nobel’ doel: de samenleving ‘bevrijden’ van een schadelijke groep. Zo gingen Hitler en de Ku Klux Klan ook te werk. Dat de jongen daarmee de maatschappij schaadt – er is inmiddels een dode gevallen – en dat hem de kennis en vaardigheid ontbreken dit probleem deskundig aan te pakken wil er niet in. Dat hij meer kan betekenen als politieman, advocaat of rechter ook niet, want daar zou hij zonder hulp van zijn groepsgenoten echt moeite voor moeten doen.

ALS WE ONZE KINDEREN BLIJVEN PAMPEREN

KUNNEN ZE DE TOEKOMST NIET AAN

Dealen met lastigheden
Je inzetten voor een studie vergt dat je moet leren leven met onzekerheden, met mogelijk falen. Dat je jezelf moet disciplineren en soms moet afzien. Toegegeven, we leven in een moeilijke tijd. De jongeren van nu behoren tot een generatie die het voor het eerst sinds een halve eeuw minder goed zal hebben dan voorgaande generaties. Zij leven met de vraag of, wanneer we niet snel ingrijpen, hun kinderen nog een toekomst zullen hebben. Onvoorstelbaar. En dat hebben hun ouders en grootouders veroorzaakt. Ook waar. Maar het is een realiteit die we zullen moeten accepteren, voor we eraan kunnen werken. We zitten met z’n allen in hetzelfde schuitje, en zullen met onze lastigheden moeten dealen. Als we onze kinderen blijven pamperen, kunnen ze de toekomst niet aan.

Minder kan meer zijn
Het is zaak dat we met minder leren leven. En misschien zal minder uiteindelijk meer blijken te zijn. Meer belang hechten aan relaties, meer vrede met wat we al hebben, zodat we niet pas beseffen wat we hadden als we het al verloren zijn. Anabella Meijer verwoordde het mooi: ‘We kunnen leren een nieuw soort materialisme te omarmen. Een leefwijze waarbij we niet ons ego oppoetsen met de nieuwste Armani-tas, maar genieten van lekker eten met echte vrienden, een goed gesprek en samen muziek maken.’ Uiteindelijk gaat het om liefde en relaties. En om perceptie uiteraard.

Nog een jaar corona, misschien wel een toekomst waarin ik het vaker zonder mijn vertrouwde patronen zal moeten stellen. Denk dat het niet verkeerd is een aantal van de duurzame gewoontepatronen die ik afgelopen 9 maanden heb ontwikkeld te bevorderen tot blijvende veranderingen en een aantal nieuwe toe te voegen. Het vaker tellen van m’n zegeningen is daar één van. Onlangs las ik weer een artikel over de veiligheid van de vaccins tegen corona. Hierin werd bevraagd wat de lange termijneffecten zijn en in hoeverre fabrikanten gebruik maken van genetische manipulatie. Het vooralsnog uitblijven van heldere antwoorden op deze vragen zal onze behoefte aan veiligheid nog langer op de proef stellen. Weer een signaal dat het goed is te leren leven met minder ‘zekerheden’, afscheid te nemen van het idee dat we de maan kunnen plukken en samen te werken aan verduurzaming. Aan positieve veranderingen die we wél in de hand hebben. Misschien is wat minder welvaart een blessing in disguise.

 

Mariska van Doorn