Het grootste goed

Foto door Werner Pfennig via Pexels

Rutte stelde onlangs dat het gebruik van spotprenten een recht is dat hoort bij onze vrijheid van meningsuiting: ‘Een groot goed’. Het lijkt mij juist niet goed omdat we daarmee polarisatie en conflict aanwakkeren.  

Stel in Islamitische kranten en op sociale media worden spotprenten afgebeeld waarop God te zien is. De Christelijke God wel te verstaan. Een oude man met een baard, zijn hand op de schouder van een moeilijk kijkend en schaars gekleed jongetje dat met bevende hand onder zijn habijt zoekt. De volgende dag een nieuwe prent waarop God afgebeeld staat als een tiran die zijn rug toekeert terwijl moeders en kinderen – gevlucht voor geweld – verdrinken voor de kust van het rijke westen. Wat zou dat oproepen?

Een groot goed
Waarschijnlijk stoort het ons, maar we zijn hier gewend dat mensen álles zeggen en álles drukken, dus waarschijnlijk waait het over. Maar is dat goed?
Rutte verdedigt Wilders (hoe kan hij anders) die een spotprent van Erdogan verspreidt door te zeggen dat de vrijheid van meningsuiting ‘een groot goed is’. Dat ben ik met hem eens. Betekent dat dan ook dat je alles mag zeggen, ook ten koste van anderen, ook onwaarheden die kwetsen, ook prenten die kunnen leiden tot geweld en doden? Je maakt met zo’n actie een totale geloofsgemeenschap belachelijk, zet een groep weg, beledigt, sluit buiten en maakt minder. Is dat goed?

We voeden onze kinderen op met de notie: wat u niet wil dat u geschiedt, doe dat dan ook de ander niet. Een notie die veel religies delen. Hanteren we dat uitgangspunt met het verspreiden van spotprenten? Of verdedigen we zo’n actie door ons te verschuilen achter het wangedrag van extremisten? Met alle boeken en alle wijsheid over geweldloze communicatie die we inmiddels tot onze beschikking hebben, moeten er toch andere mogelijkheden zijn. Waar is ons fatsoen gebleven?

Verharding
Vanuit angst en onzekerheid over alle rampen die ons lijken te overkomen – waaronder corona, klimaatverandering, droogte, overstroming – lijken we te verharden in onze standpunten. We hebben 18 miljoen epidemiologen en praten avonden vol over het wel of niet accepteren van de coronamaatregelen die al ingevoerd zijn. We mishandelen ambulancepersoneel, slaan politieambtenaren in elkaar en steken ouderen neer die net geld gepind hebben. De persauto van de NOS moet van stickers ontdaan worden om aanvallen van boze burgers te voorkomen. Zelfs onze ziekenhuizen zijn niet veilig meer en worden belaagd door mensen die demonstreren omdat coronapatiënten bedden bezet houden. Uitwassen van een verweesde maatschappij waar zorg voor elkaar ver te zoeken is.

Opvoeden
In een column in TC Tubantia schreef ontwikkelingspsycholoog Steven Pont over een moeder wiens zoontje haar kutwijf noemde. Ze vroeg wat ze hiermee moest. Zijn antwoord was eenduidig. Regels, grenzen en structuur. Want zoiets doe je niet! We lijken tegenwoordig vooral bezig het tere kinderzieltje niet te beschadigen en ons kroost de ruimte te geven vooral zichzelf te zijn. Als dat betekent dat ze uitgroeien tot jongeren die op hun veertiende te pas en te onpas hun mes trekken, zijn we verkeerd bezig.

Gelijkwaardig
Wat als we ons eens minder zouden toeleggen op het vergaren van geld, meer thuis zouden zijn en zelf zorg zouden dragen voor het begeleiden van onze kinderen? Het is niet verkeerd grenzen te stellen. Toelaten dat leerlingen elkaar bespugen op het schoolplein leidt uiteindelijk tot de schaamteloze moddergevechten die Trump en Biden tentoonspreiden. Tot anarchie en het verlies van geloof in de mensheid.  Terwijl we dat geloof juist keihard nodig hebben. Als we onze kinderen fatsoen bijbrengen kan dat leiden tot een andere toekomst. Een toekomst waarin ‘het grootste goed’ bestaat uit de vaardigheid je uit te spreken terwijl je de ander in zijn waarde laat. Het vermogen de andersdenkende of andersgelovende te zien als volwaardig lid van de samenleving, als gelijkwaardig.

Winnen ten koste van jezelf?
We zijn geïndividualiseerd, hebben kennis tot onze beschikking en een eigen mening. Niets mis mee. Het heeft ons opgeleverd dat we nu vanuit vrije wil kunnen kiezen voor samenwerking. Want alleen redden we het niet. We maken ons druk over onze verschillen terwijl de aarde aangeeft dat we ons samen moeten inzetten om ons eigen leven leefbaar te houden. Gaan we die strijd samen aan of willen we straks als winnaar boven op een berg staan met een levensgrote gele trui, aan onze voeten een verzopen wereld? Als er niemand meer is om te applaudisseren, wat is dat dan waard? Goed beeld voor een spotprent overigens.

Blog opgenomen in de krant TC Tubantia

Mariska van Doorn